maandag 22 februari 2010

Is er wel eens iemand geraakt door een meteoriet?

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 22 februari 2010)



Ik loop flink achter met de antwoorden op mijn "Stel je vraag over astronomie of ruimtevaart"-actie van rond mijn verjaardag. Hopelijk mag het de pret niet drukken, want hier is weer een antwoord op een vraag. Deze keer van Martin Dunnink en hij vraagt: "klopt het dat er volgens overlevering nog nooit enig persoon is gedood door een meteoriet?"

Voor ik antwoord geef op deze vraag, laat ik even ingaan op de definitie van een meteoriet. Een meteoriet is een object dat uit de ruimte is gekomen, dat aangetrokken is door de Aardse zwaartekracht, door de dampkring kwam en waarvan nog een deel op Aarde terecht is gekomen. Als het object verbrand voordat het de Aarde raakt, dan noemen we het een meteoor. Dat je het weet.


Vorig jaar werd voor het eerst een stuk steen in de ruimte ontdekt, voordat het een meteoriet werd. De Amerikaanse astronoom Peter Jenniskens ging met een Soedanese collega en Amerikaanse en Soedanese studenten op zoek in de Nubische woestijn naar de restanten. En ze vonden ze.

Als het object door mensenhanden is gevaardigd, dus meestal een satelliet (of een deel van de satelliet), en het komt op Aarde terecht, dan hebben we het meestal niet over een meteoriet. Alhoewel soms niet meteen duidelijk is wat de oorsprong is, wordt dat later meestal wel duidelijk, aangezien satellieten beduidend anders van opbouw zijn dan de brokstukken van natuurlijke oorsprong die door ons zonnestelsel reizen.

We hebben het aan de atmosfeer te danken dat er maar zo weinig objecten op Aarde terechtkomen. Van de meeste meteoroïden, zoals deze objecten worden genoemd, blijft maar weinig over. Sommigen verdampen te snel of breken in stukken op die daarna snel verdampen. Mars bijvoorbeeld heeft een veel ijlere atmosfeer en meteorieten komen daar veel vaker voor. Zo kwam de Mars-rover Opportunity op een rit van slechts 19 kilometer er al 3 tegen gekomen. Toegegeven, Mars zit een stuk dichter bij een van de bronnen van natuurlijk ruimtepuin: de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter.


De Mars-rover Opportunity is op een route van ongeveer 20 kilometer al 3 meteorieten ontdekt, waaronder deze joekel genaamd Block Island. Deze meteoriet is 2/3 meter in doorsnede.

Hoe dan ook, terug naar de vraag: is er wel eens iemand gedood door een meteoriet? Zelf dacht ik dat er nooit iemand op die manier om het leven gekomen was, behalve een paar fictionele karakters met ongelofelijke pech in boeken of films. Maar uit enige studie (op Internet) blijkt dat her en der wel degelijk doden door meteorieten gerapporteerd worden, alleen wordt aan de geloofwaardigheid van die verhalen meestal getwijfeld.

Er worden meteorieten-slachtoffers gemeld in de Bijbel (Joshua 10:11) en in 1490 zou een meteorietinslag in Shansi, China 10.000 doden ten gevolge hebben gehad. Je zou denken dat die laatste goed te verifieren is. Voor de rest zouden monnikken, zeelui en een boer het slachtoffer geworden zijn van een meteorietinslag. In de vorige eeuw zouden in totaal 3 mensen het slachtoffer geworden zijn van hemels geweld. In 1908 vond een zware explosie plaats in Tunguska, Siberië, vermoedelijk door een meteoriet, maar dit is nooit met 100% zekerheid bevestigd. Bij die explosie kwamen 2 mensen om. In 1929 zou bij een bruiloft in Joegoslavië iemand gedood hebben.


Van tijd tot tijd wordt schade aan huizen en auto's gemeld. Dit is wat een meteoriet doet met je auto.

In de afgelopen 50 jaar zijn alleen gewonden gevallen. In 1992 werden huizen beschadigd in Oeganda en een jongen raakte daarbij gewond aan zijn hoofd door een fragment van 3 gram. En onlangs werd gemeld dat een Duitse jongen was geraakt in zijn hand.

Kortom: ja, er zijn een aantal mensen geraakt door meteorieten, maar slachtoffers door meteorieten zijn niet overtuigend bevestigd.

Bronnen: Wikipedia, Grasping Reality with All Six Feet blog.

De landing van de shuttle, gezien vanuit ISS

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 22 februari 2010)

Dit is wel sterk zeg: vorige week installeerden astronauten van de shuttle Endeavour een observatiedek (genaamde de Cupola) en vannacht fotografeerde ISS astronaut Soichi Noguchi de landing in Florida:



Wat we zien is de plasmastaart achter de shuttle terwijl deze een S-bocht maakt voor de uiteindelijke landing. Noguchi stuurde de foto via Twitpic, want ook astronauten van ISS zitten tegenwoordig op Twitter. Kijk maar op @Astro_Soichi

Zo'n plaatje gaan we waarschijnlijk nooit meer zien. Endeavour maakte waarschijnlijk de laatste nachtlanding. Ik betwijfel of ze vanuit ISS de landing ook overdag in beeld zouden kunnen brengen.

Bron: UniverseToday

zaterdag 20 februari 2010

Shuttle Endeavour ontkoppelt van ruimtestation ISS

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 20 februari 2010)


Mijn laatste blogpost was over de lancering van de space shuttle Endeavour naar ruimtestation ISS. Inmiddels heeft de bemanning van missie STS-130 al weer afscheid genomen na het installeren van een indrukwekkend observatiedek. Zaterdag ontkoppelde Endeavour van ISS.

Hier een terugblik in foto's.


Astronaut Nicholas Patrick direct na de lancering. De astronauten dragen oranje drukpakken voor het geval de druk in de cabine weg valt (voor het ongeluk met de Challenger in 1986 droegen ze enkel overalls).


De space shuttle Endeavour boven de Zuid-Chinese Zee en het eiland Hainan. In de laadbak ligt de Tranquility module die Endeavour bij ISS gaat brengen. De witte balk bovenin de foto is de ruimtearm van de shuttle met aan het eind het Orbiter Boom Sensor System waarmee astronauten het hitteschild aan de onderkant van de shuttle kunnen inspecteren.


De aardatmosfeer (bij zonsopkomst of -ondergang) en het silhouet van de shuttle. De oranje laag wordt de troposfeer genoemd. Dit is de laagste laag van de atmosfeer en de laag waar wij in leven en waar "ons weer vandaan komt". De witte laag is de stratosfeer en daarboven de mesosfeer.


Endeavour naders ISS. In de laadbak zien we de Tranquility module met daarop een witte "dop", de Cupola. De Cupola werd later in de missie verplaatst naar een van de koppelpoorten aan de zijkant van Tranquility. Rechtboven is een gekoppelde Russische Sojoez of een Progress ruimteschip te zien (ik denk een Sojoez).


Ruimtestation ISS zoals de shuttle het ziet bij aankomst.


Een koppeling van een ruimteschip betekent voor de bemanning van ISS vaak vers fruit en verse groenten. Jeffrey William, commandant van ISS Expeditie 22, neemt ze graag in ontvangst.


De ruimtearm van ISS, Canadarm2, neemt de Tranquility module over van de ruimtearm van de shuttle.


Astronaut Nicholas Patrick is bezig met de eerste ruimtewandeling van ISS. Zijn reflecterende vizier beschermt tegen de felle zon. Zo te zien pakt Patrick gereedschap uit een kist, dat hij later nodig heeft voor de koppeling van diverse leidingen tussen Tranquility en ISS.


Astronauten Nicholas Patrick (links), Stephen Robinson en Terry Virts (rechts) in Tranquility.


De kleine Cupola (toch nog 2 meter in diameter) wordt verplaatst naar de kant van Tranquility dat naar de Aarde gericht is.


Een zwarte koppelmodule wordt aan de voorkant van Tranquility geplaatst.


Kijk, met een hand! Astronaut Nicholas Patrick is bezig met de Cupola.


Wat te denken van dit uitzicht? Hier in beeld de kust van Algerije.


De Cupola biedt ook een geweldig uitzicht over ISS zelf. Hier een Sojoez (vooraan) en een Progress ruimteschip (aan de witte Pirs module). De grote modules waar zij aan vast zitten zijn de Zvezda en de Zarya.


STS-130 commandant George Zamka in de Cupola. De ramen van Cupola hebben trouwens allemaal luiken die de ramen moeten beschermen tegen micrometeorieten als de Cupola niet gebruikt wordt. Een verfschilfer kan bij de verschillende baansnelheden in de ruimte al een ster in het raam slaan.


Wat een uitzicht. Yep, dit gaat niet snel vervelen. De Japanse astronaut Soichi Noguchi doet aan aardobservatie.

maandag 8 februari 2010

Shuttle Endeavour succesvol gelanceerd

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 8 februari 2010)

Na een dag uitstel vanwege het weer is vanochtend om 10:14 missie STS-130 gelanceerd naar ruimtestation ISS. De shuttle brengt een nieuwe module en een observatiedek.


Met donderend geraas vertrekt de shuttle Endeavour van lanceerplatform 39A van Kennedy Space Center.

Wolken lichten op boven Kennedy Space Center als de shuttle opstijgt. Tijdens de lancering was het kwart over vier in de nacht in Florida.

De neus van Endeavour is gehuld in het duister, terwijl de raketten de omgeving oplichten.


Een cool shot van onderen. Ja, NASA heeft op een hoop plaatsen rond het lanceerplatform cameras staan en die zijn lang niet allemaal alleen om mooie plaatjes te schieten. De beelden worden ook gebruikt ter analyse, mocht er iets niet goed gaan.

De shuttle Endeavour, vlak na ontsteking van de vaste brandstofraketten. Eenmaal gestart kunnen deze rakketten niet gestopt worden.

zaterdag 6 februari 2010

STS-130 geeft ISS een observatiedek

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 6 februari 2010)

Zondagochtend wordt de shuttle Endeavour gelanceerd naar ruimtestation ISS (tot nu toe gaat de planning tenminste goed). Op Astrostart.nl maakte ik er altijd een gewoonte van om een stuk te schrijven over de aanstaande shuttle-missie. Deze gewoonte zet ik voort met missie STS-130.

STS-130 is, net als alle andere overgebleven shuttlemissies, een missie naar ruimtestation ISS. De zes astronauten van de shuttle Endeavour brengen een laatste grote module en een observatiedek. De module heet Tranquility (voorheen Node 3). Het heeft ruimte voor apparatuurrekken en voor trainingsapparatuur voor de astronauten van ISS. Want trainen zullen astronauten altijd moeten doen om de effecten van gewichtloosheid op hun botten en spieren tegen te gaan. Het observatiedek heet Cupola en het bevat zeven ramen waardoor astronauten werk buiten het station kunnen bekijken. Maar astronauten zullen ook zeker tijdens hun vrije uren er naar de Aarde gaan kijken.


Het embleem van STS-130 heeft de vorm van de zeskantige observatiedek Cupola gekregen. De Aarde die je door de ramen ziet, is de eerste foto die de Lunar Orbiter I in 1966 maakte van de Aarde vanaf de Maan. Het embleem werd door de astronauten van STS-130 ontworpen.

De Tranquility module
De Tranquility module (Node 3) is vrijwel identiek aan de eerdere Node-modules: Unity (Node 1) en Harmony (Node 2). De module heeft aan de ene helft 6 koppelpoorten, waarvan er waarschijnlijk maar weinig gebruikt gaan worden, behalve voor de koppeling met ISS, de Cupola module en misschien een space shuttle (een zwarte Pressurized Mating Adapter wordt verplaatst naar Tranquility). Aan de andere helft heeft Tranquility ruimte voor apparatuur in 8 rekken. In deze rekken zal uiteindelijk vooral apparatuur geplaats worden dat het leven aan boord van ISS ondersteunt, zoals een rek dat de kwaliteit van de atmosfeer in ISS verzorgt, twee waterzuiveringsinstallaties en twee rekken zullen vluchtelectronica (avionics) bevatten.

Ook de loopband C.O.L.B.E.R.T. wordt in Tranquility geïnstalleerd. En dat brengt me ook even op een ander punt: de naam van Node 3. Vorig jaar had NASA een poll op haar website geplaatst over wat de naam van de nieuwe module moest worden. Komediant Stephen Colbert maakte dankbaar gebruik van de optie om eigen suggesties op te geven en hij spoorde zijn kijkers aan om daarop te stemmen. De naam won, maar NASA was ook niet gek. NASA had een clausule op de site staan waarin stond dat zij het recht behield om de winnende naam niet te kiezen. Het werd daarom de nummer 3: Tranquility en astronaute Suni Williams kwam dat in de uitzending van The Colbert Report vertellen. Als troostprijs werd de loopband die in Node 3 geplaatst zal worden C.O.L.B.E.R.T. gedoopt.

Zoals gezegd zullen slechts drie koppelmodules van de zes van Tranquility gebruikt gaan worden. Het biedt ruimte voor als er ooit nog eens een organisatie met een extra module aan ISS wil koppelen. De Britten hebben wel eens zo'n plan gehad en ook is wel eens gedacht aan een opblaasbare module. Concrete plannen zijn er echter niet.
De Tranquility module met daaraan de Cupola in de laadbak van de shuttle.

Cupola
Cupola is ISS' observatiedek, waar astronauten zicht hebben op activiteiten buiten ISS en waar ze in hun vrije tijd (die hebben astronauten ook) naar Aarde kunnen kijken. Een observatiedek als de Cupola komt je al tegen in de eerste ontwerpen van de voorloper van ISS, ruimtestation Freedom, en ondanks alle gewijzigde budgetten, andere namen, configuraties en deelnemers is de Cupola nooit uit het ontwerp geweest. De astronauten staan erop om ook eens naar buiten te kunnen kijken. Tot nu toe moeten zij het doen met een paar patrijspoorten.

Cupola is een kleine module met een diameter van 2 meter en met 7 ramen. Die ramen bieden een 360 graden uitzicht op ISS en de Aarde. We kunnen daar nog wel mooie plaatjes van verwachten. De ramen worden overigens beschermd door luiken. Als de astronauten niet gebruik maken van de Cupola dan gaan de luiken dicht zodat de module beter is beschermd tegen micrometeorieten en de kamertemperatuur in ISS gewaarborgd wordt. De ramen in de Cupola hebben een levensduur van 10 jaar en het is mogelijk om ze tegen die tijd te vervangen tijdens een ruimtewandeling. Uiteraard moet de module dan afgesloten worden.

Zowel Tranquility als Cupola zijn gebouwd in Italië door Thales Alenia Space.

De bemanning
De bemanning van STS-130 is opmerkelijk ervaren. Slechts een ervan, piloot Terry Virts is een rookie. Astronaut Stephen Robinson daarentegen maakt zijn vierde shuttlevlucht. Er is maar een beperkt aantal astronauten die hem dat na kan zeggen. Commandant George Zamka was piloot op de missie die de Harmony-module bij ISS bracht, dus hem moet Tranquility niet al te onbekend voorkomen. Astronauten Nicholas Patrick en Robert Behnken zullen werk buiten ISS verrichten. Astronaute Kathryn Hire bestuurt de robotarm van de shuttle. Haar vorige ruimtevlucht was al weer 12 jaar geleden op een Spacelab-missie genaamd Neurolab.


De bemanning van STS-130: zittend commandant George Zamka (rechts), en piloot Terry Virts. Daarachter van links naar rechts astronaut Nicholas Patrick, Robert Behnken, Kathryn Hire en Stephen Robinson.

Het vluchtplan
De lancering van STS-130 staat gepland op zondagochtend 10:39 vanaf lanceerplatform 39A. Het is op dat moment nog nacht in Florida. De lancering is, zoals gewoonlijk te volgen op NASA TV.

Na lancering zijn er altijd een aantal zaken in de eerste twee dagen voor de koppeling, die de bemanning moet uitvoeren. Allereerst gaan de deuren van de laadbak open. Het belangrijkste werk is het minitieuze onderzoek van het hitteschild van Endeavour, een procedure die elke shuttlevlucht wordt uitgevoerd sinds het Columbia-ongelukt. De ruimtepakken worden gecheckt en de rendezvous mechanismen worden gecontroleerd.

Op dag 3 komt Endeavour aan bij ISS. Als extra check op het hitteschild zal de shuttle de inmiddels bekende salto achterwaards maken, de "Rendezvous Pitch Maneuver". Astronauten Williams en Kotov aan boord van ISS zullen het hitteschild dan fotograferen met een telelens en de foto's naar Aarde sturen voor verdere analyse. De shuttle koppelt daarna aan de Harmony module en de astronauten van Endeavour zullen verwelkomd worden door de crew aan boord van ISS.

Op dag 4 wordt het Water Recovery System overgebracht naar ISS en astronauten Benhken en Patrick maken zich op voor de eerste ruimtewandeling, die op dag 5 wordt uitgevoerd. Tijdens die ruimtewandeling wordt Tranquility uit de laadbak van de shuttle gehaald en gekoppeld aan de Unity module (ook een Node module).


De astronauten krijgen instructies over alles wat met de shuttle meegaat. Hier krijgen astronauten Patrick en Benhken een training over hoe de diverse leidingen van Tranquility aan ISS uitgevoerd moeten worden, zoals de leidingen met de koelvloeistof ammonia.

Op de zesde vluchtdag gaat het luik naar Tranquility open. Astronauten zullen nog wel even hoofdlampen bij hun hebben, want de electrische leidingen moeten nog aangesloten worden. Dat en andere zaken om werken aan boord van Tranquility mogelijk te maken, worden dan uitgevoerd. Astronauten Benhken en Patrick bereiden zich aan het eind van dag 6 opnieuw voor op een ruimtewandeling.

Op dag 7 maken Benhken en Patrick het werk aan Tranquility's buitenkant af. Daarna wordt de Cupola van zijn lanceerpositie aan de achterkant van Tranquility opgepikt en op dag 8 verplaatst naar een koppelpoort die richting Aarde gericht is. Daarna wordt een werkstation ingericht voor de Canadarm2 robotarm. Dat werkstation zat tot nu toe in de Destiny module. Dag 8 is een drukke dag, want ook Tranquility wordt voorzien van "meubilair".


De bemanning traint de bevoorrading van ISS. In de luchtsluis commandant George Zamka, daarvoor Nicholas Patrick en vooraan Robert Behnken,

Een van de zwarte Pressurized Mating Adapters (PMA-3) wordt op dag 9 verhuisd naar het uiteinde van Tranquility. De astronauten krijgen even vrij. Tijd die ze ongetwijfeld in de Cupola gaan besteden. Benhken en Patrick zullen zich gaan voorbereiden op ruimtewandeling nummer 3.

Die ruimtewandeling vindt plaats op dag 10. Tijdens de ruimtewandeling worden aansluitingen van Pressurized Mating Adapter-3 vastgemaakt, de thermische bescherming van de Cupola worden in orde gemaakt en handgrepen worden er bevestigd, zodat toekomstige ruimtewandelaars daar houvast hebben.

Op dag 11 worden de laatste bevoorradingen van ISS uitgevoerd en de bemanning van ISS en STS-130 houden een gezamenlijke persconferentie. Daarna neemt de bemanning van STS-130 afscheid. Op dag 12 koppelt Endeavour af en vliegt het rond ISS om het gedane werk nog eenmaal te zien.

Op dag 13 maakt de bemanning van STS-130 zich op voor deorbit, die de volgende dag plaatsvindt, gevolgd door de landing.

Bronnen: NASA's STS-130 presskit, Wikipedia.

donderdag 4 februari 2010

Cassini missie gaat nog 7 jaar door

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 4 februari 2010)

Het valt niet mee om een satelliet rond een planeet als Saturnus te krijgen. Zeker niet een zware jongen als Cassini, geladen met wetenschappelijke apparatuur. Allereerst moet je het budget rond krijgen, en als je dat budget niet in de eerste ronde krijgt, dan maar een paar jaar later. Dan bouw je die satelliet. Dat duurt jaren. Uiteindelijk kijkt je nerveus toe hoe een zware Titan raket je geesteskind de ruimte in brengt. Het gaat goed. Dan 7 jaar reizen, met als enige uitzicht onderweg Jupiter. Uiteindelijk kom je bij Saturnus aan en nog een cruciaal moment breekt aan: doet je remraket het? Zo niet, dan heb even naar Saturnus kunnen kijken, maar je schiet er voorbij. Dat ging in 2004 gelukkig helemaal goed. En dan breken lange jaren van prachtige foto's en veel wetenschap aan.


Saturnus met het silhouet van de ringen en de maan Mimas (net boven de ringen).

Dus als je al die moeite hebt gedaan en je komt er in 2010 achter dat Cassini nog prima werkt, waarom dan niet doorgaan? Ook een extensie van de Cassini missie kost geld, maar als NASA zou je wel gek zijn om dat geld niet opzij te zetten. Het duurt zeker tot 2020 of later dat er weer eens iets van Aarde naar Saturnus gestuurd wordt. Maar je moet wel een plan hebben. Wat ga je nog allemaal onderzoeken?

Daarvoor is de Extended-Extended Mission opgesteld, of Soltice Mission zoals hij ook wel wordt genoemd. Deze missie gaat 7 jaar duren en er is net goedkeuring voor gegeven. Tijdens de Solstice Mission gaat Cassini weer de zomer zien op een halfrond van Saturnus, net als in 2004, toen Cassini aankwam. Een heel Saturnusjaar duurt 29,4 jaar dus aan het einde van Solstice Mission zit Cassini ongeveer op de helft. De Cassini wetenschappers zijn benieuwd wat voor effect de seizoenen hebben op de geringde planeet.


Titan en daarachter niet de Death Star, maar Thetys met de grote krater Odysseus.

En niet alleen op Saturnus zelf, maar ook op de manen Titan en Enceladus. Het lijkt bijvoorbeeld steeds zekerder dat Titan een methaancyclus heeft, zoals wij op Aarde een watercyclus hebben. Meren worden gevuld en drogen weer op. We willen graag weten of dat opgaat met de seizoenen. Van geisermaan Enceladus hopen we meer te weten of we toevallig die uitbarstingen van de geisers gezien hebben, of dat dit vaker door het seizoen voorkomt. Cassini komt bij beide manen nog een aantal keren langs.

Wel is er een uitdaging: Cassini heeft al 80% van zijn oorspronkelijke hoeveelheid brandstof gebruikt om zijn baan zo te corrigeren dat hij langs allerlei manen kon vliegen. Dus tijdens de Solstice Mission zal Cassini van "SUV-mode" over moeten op "Prius-mode", zoals een van de Cassini medewerkers het omschreef. Als aan het eind van de Soltice Mission de brandstof echt nagenoeg op is, gaat Cassini nog een stunt uithalen: in november 2016 gaat hij een een-na-laatste keer langs Titan, waarna hij heel dicht langs de (buitenste) F-ring gaat vliegen. Na 20 van die banen komt Cassini nog eens langs Titan op 22 april 2017, waarna Cassini op zijn laagste punt in zijn baan zal vliegen tussen de ringen en de bovenste wolkentoppen van Saturnus. Daartussen zit 3800 kilometer, maar op de schaal van Saturnus en haar ringen is dat toch een beetje als een oog van de naald.


Een schema van de Cassini missie.

In de lage banen zal Cassini in staat zijn om Saturnus' zwaartekracht en magnetosfeer ongekend in kaart te brengen. Door tussen Saturnus en de ringen te vliegen kan Cassini ook vrij goed de totale massa van de ringen bepalen. En Cassini kan de compositie van de bovenste atmosfeer gaan meten met zijn massaspectrometer. Op 15 september 2017 is de Cassini missie echter voorgoed voorbij als de sonde in de atmosfeer van Saturnus valt. Waarom doet NASA dat? Omdat ze willen voorkomen dat Cassini, als het zonder brandstof komt te zitten, op een dag crasht op Titan of Enceladus. Cassini is nooit grondig gesteriliseert en niemand kan garanderen dat bij zo'n crash geen Aardse bacteriën gaan leven op deze manen. Dan maar dit spannende einde.

Bronnen: Planetary Society blog.

woensdag 3 februari 2010

Obama schrapt NASA's plannen naar de Maan. Wat nu?

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 3 februari 2010)

Er is heel wat gaande op dit moment met betrekking tot Amerika's bemande ruimtevaartprogramma. Obama heeft aangekondigd dat Amerika stopt met het Constellation programma, dat Amerika weer op de Maan moest gaan brengen. Dat programma startte in 2004 met het ontwerp van twee nieuwe raketten, Ares-I en V, en een nieuw ruimteschip, de Orion. Daarmee zou NASA astronauten in 2020 op de Maan moeten brengen.

In president Obama's budget voor 2011 krijgt NASA er wat geld bij, waarmee NASA in de handen mag knijpen, want bij andere overheden wordt flink bezuinigd. Maar Constellation is dood, aldus een woordvoerder. En dat nadat er al 9 miljard dollar in was gestoken. Er wordt nog eens 2,5 miljard gestoken in het afkopen van allerlei contracten.

Waarom wil Obama zo'n resolute streep door Constellation zetten? Als redenen worden aangeleverd dat Constellation nu al buiten zijn budget is, niet op tijd levert en niet innovatief is. En inderdaad: de planning van de eerste bemande vlucht van het nieuwe Orion ruimteschip, de Ares V raket en de eerste maanlanding na Apollo zijn al meerdere keren uitgesteld. Over de innovativiteit van Constellation is ook al eens geklaagd: de Orion zou een 6-persoons Apollo zijn (of 5-persoons als het ontwerp tegenzat). Na de eerste maanlandingen had NASA wel een maanbasis willen bouwen, maar een dergelijke basis kan flink in de papieren lopen, zo hebben we geleerd van de internationale "basis in de ruimte", ISS.


Op Kennedy Space Center werd deze week nog gewerkt aan deze 105 meter hoge lanceertoren voor het Constellation programma. Zouden ze hem nog afmaken of meteen weer afbreken?

Maar wat nu? De shuttle gaat dit jaar met pensioen. De eerste bemande Orion zou volgens de laatste planning pas in 2017 komen en die is nu geschrapt. Dus dan houd je alleen de Russische Sojoez en de toekomstige commerciële opties over. Hoe lang gaat het gat tussen de shuttle en wat erna komt duren, nu Amerika's bemande ruimtevaartprogramma weer terug gaan naar de tekentafel?

Obama gokt op de private sector, onder andere om ISS gaande te houden. Waarschijnlijk wordt ISS in bedrijf gehouden tot en met 2020. De oudste onderdelen van ISS zijn dan overigens 22 jaar oud. Het bedrijf dat daarin het verst is, is SpaceX met zijn Falcon raketten en Dragon capsules. Dit jaar hoopt SpaceX ISS voor het eerst te bevoorraden. Maar over SpaceX's aanpak wordt trouwens ook flink over en weer geruzied. Een NASA rapport gaf aan dat SpaceX's capsule minder veilig was dan NASA's Orion ruimteschip. Maar volgens Elon Musk van SpaceX staat het definitieve ontwerp van Orion en de Ares-raketten niet eens op papier, dus hoe kun je de veiligheid ervan vergelijken?

Daarnaast komen ook andere bedrijven in de picture met hun bemande optie. Zo heeft het bedrijf Sierra Nevada Corp. een subsidie gehad om haar Dreamchaser ruimteschip verder uit te werken. Die Dreamchaser wordt op een Atlas 5 raket gelanceerd en volgens Sierra Nevada zou hij in 2014 al klaar zijn voor lancering. Het lanceert vertikaal en landt zoals de space shuttle.


De Dreamchaser is gebaseerd op een eerder ontwerp van NASA voor een reddingsboot voor ISS.

Ondertussen brengt dit alles de Amerikanen niet voorbij een lage Aardbaan, waar zij zich bijna 40 jaar bevinden. Is dat alles? Het rapport dat het einde van het Constellation programma inluidt zegt dit: "The Administration proposes to cancel the Constellation Systems program intended to return astronauts to the Moon by 2020 and replaces it with a bold new approach that embraces the commercial space industry, forges international partnerships, and develops the game-changing technologies needed to set the stage for a revitalized human space flight program and embark on a 21st Century program of space exploration."

En wat is die "bold new approach" waar het rapport van het Witte Huis het over heeft? Ik heb eigenlijk nog geen idee, behalve dat NASA het met de commercie zal moeten bewerkstelligen. NASA en het Witte Huis zijn over de details nog in conclaaf. Volgens NASA directeur Bolden zou het resultaat van die besprekingen zeker weken gaan duren, "maar geen jaren". Ook gaf Bolden aan om de medewerkers van het Constellation programma enige tijd te geven: "Voor die mensen die aan deze programma's werken is het als een overlijden in de familie. We moeten hen enige tijd geven te rouwen".

Bronnen: UniverseToday.com, SpaceflightNow.com.

dinsdag 2 februari 2010

Hubble ziet de nasleep van een botsing van twee asteroïden

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 2 februari 2010)

Elke dag zoeken geautomatiseerde telescopen van het Lincoln Near-Earth Asteroid Research (LINEAR) nieuwe brokstukken die in het zonnestelsel bewegen in de hoop ons op tijd te waarschuwen als zo'n brokstuk op ons afkomt. Op 6 januari rapporteerde observatoria van LINEAR dat ze vermoedelijk een botsing tussen twee tot nu toe onbekende asteroïden waargenomen hadden in de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter. Het is zo ongebruikelijk dat we sporen zien van een dergelijke catastrofe, dat men besloot de Hubble Space Telescope erop te richten. En dit is wat Hubble met zijn nieuwe Wide Field Camera 3 zag:


Het lijkt een beetje op de staart van een komeet, maar dat is het niet. De "staart" is veel grover dan die van kometen. Het X-patroon is een onverwacht gevolg van de wisselwerking tussen de brokstukken van beide asteroïden. De witte stip vooraan de staart is waarschijnlijk het overblijfsel van een van de asteroïden.

Wetenschappers hebben berekend dat beide objecten elkaar geraakt moeten hebben met een snelheid van minimaal 17.500 kilometer per uur. De kinetische energie van zo'n botsing enorm. Denk aan meerdere atoombommen. Genoeg om een van beide asteroïden deels of geheel tot puin te slaan.


Een closeup van de kern van de overblijfselen. Men vermoed dat tussen al het gruis een kern zit van 140 meter doorsnede. Het object is P/2010 A2 genoemd.

Bronnen: UniverseToday.com, Bad Astronomy blog, HubbleSite.