vrijdag 20 juni 2014

Gelezen: "Ambassadors from Earth" van Jay Gallentine

Een boek met verhalen over de eerste satellieten, de eerste onbemande maanmissies en missies naar de planeten, dat sprak mij wel aan. "Ambassadors from Earth" van Jay Gallentine bleek al in 2009 uitgebracht te zijn en ik had er nog nooit van gehoord. Het is een van de boeken van de "Outward Odyssey" serie van de University of Nebraska. Uit deze serie komt ook het boek "In the Shadow of the Moon" van Francis French en Colin Burgess, waar later een TV-serie van gemaakt is.


Het interessante van "Ambassadors from Earth" is dat het het begin van de onbemande ruimtevaart beschrijft vanuit zowel Amerikaans als Sovjet perspectief. Het boek begint met James van Allen,  later de man achter de eerste Amerikaanse satelliet, Explorer 1, en de Van Allen gordels. We volgen hem in de jaren 50 als hij tests uitvoert op een marine-ijsbreker, de Glacier, om zo meer te weten te komen over kosmische straling. Volgens sommige theorieën komt deze straling uit de atmosfeer, volgens anderen uit de kosmos. Niemand weet precies hoe het zit.

Maar dan is het 4 oktober 1957 en een van zijn studenten vangt een vreemd signaal op. Het blijkt de Spoetnik-1 te zijn. De Spoetnik-1 is het werk van Sergei Pavlovitsj Koroljov, een man die, ondanks armoede, en ontberingen (waaronder gevangenschap), een droom werkelijkheid heeft weten laten te worden: een kunstmatige maan. Maar zijn dromen gaan nog veel verder.

De Amerikanen zijn daarna, zoals bekend, een tijd aan het worstelen om dit achterlijke land bij te halen met een eigen raket. Uiteindelijk is het Van Braun die slaagt, maar de satelliet op die Jupiter-C raket, dat is het werk van James Van Allen en zijn postgraduaat-student George Ludwig. Het boek beschrijft hoe de satelliet zo ongeveer op de werkbank tot stand komt. Ook grappig is om te lezen dat in het begin Amerikaanse en Sovjet-wetenschappers elkaar nog gewoon ontmoet hebben. "Hoezo koude oorlog?" Maar dat duurde niet lang meer.

Sergei Koroljov weet in 1959 de wereld weer (anoniem) versteld doen staan door een satelliet (hard) op de maan te laten neerkomen. En datzelfde jaar maakt Loena 3 foto's van de achterkant van de maan. De Amerikanen weten dat ze dan een straatlengte achter liggen.

Project Ranger moest iets van de achterstand inlopen. Gallentine laat zien dat het project te maken had met eisen en wensen van een hoop mensen hogerop, en ook nog eens Defensie. Dat viel niet te managen. Niet voor niets mislukken 6 van de 9 Ranger-missies. Het doel was om te zien of het maanoppervlak geschikt was voor een landing door mensen. Uiteindelijk was het Loena 9 van de Sovjet Unie dat dat antwoord gaf. En de foto's daarvan werden weer opgevangen en uitgelekt door het Jodrell Bank Observatorium in Engeland.

En toen kwam er een hoofdstuk over Mike Minovitch. In het hoofdstuk "The Meeting and the Mechta" wordt uitgelegd hoe Mike Minovitch, een postgraduaat-student, het lastige drielichamenprobleem weet op te lossen dankzij zijn denkwerk en veel nachtelijke uurtjes op de IBM 7090 computers van het Jet Propulsion Laboratory. Het is de basis voor de zwaartekrachtslinger: dé manier om met weinig brandstof meerdere hemellichamen in het zonnestelsel te bezoeken. In het hoofdstuk komt naar voren dat de baas van Minovitch zijn oplossing gratis doorgeeft aan bedrijven, zonder Minovitch daarvan op de hoogte te brengen. En Gary Flandro ontdekt een mogelijke route - met behulp van zwaartekrachtslingers - langs Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus, die in 1977 door de Voyager-2 gevolgd zal worden.

Pakweg 150 pagina's verder gaat het weer over Minovitch. Maar nu blijkt hij helemaal niet de ontdekker van de zwaartekrachtslinger. Dat was al veel langer bekend, zonder de oplossing van het drielichamenprobleem. En al gauw wordt het standbeeld voor Minovitch weer afgebroken. Dat hij de "uitvinder van de gravity assist" is, blijkt voornamelijk in het hoofd van Minovitch zelf af te spelen. Ik snapte daar helemaal niks van. Het was alsof de schrijver eerst een interview heeft gehad met Minovitch, het hoofdstuk geschreven heeft en er later achterkwam dat het verhaal niet klopte en het maar zo opgelost heeft.

Van de Mariner 4's flyby langs Mars wordt de prachtige anekdote opgetekend hoe de technici van het ontvangststation in Woomera, Australië stiekem de binnenkomende data van de eerste foto afluisterden, ze pixel voor pixel op papier intekenden en vervolgens doorgaven aan JPL "ja, hoor het signaal is binnen. Het ziet eruit als een krater". In Californië wisten ze heel goed dat men in Woomera geen apparatuur had om het signaal zichtbaar te maken, en ze waren niet te spreken over die grap. Maar de Australiërs bleven steeds accuraat vertellen hoe de foto's eruit zagen.

Daarna gaat het boek nog over de Pioneer 10 en 11 en de Voyager-1 en 2. Erg grappig te horen hoe Van Allen vraagt aan een van zijn studenten om even een model te maken van de planeet Jupiter. Vervolgens ging hij met een paar kleerhangers in de weer om de magnetosfeer aan te geven. Ziezo, klaar voor de persconferentie. Zo zag het er uit:

James Van Allen met zijn model van de magnetosfeer van de planeet Jupiter. Collega John Simpson van de Universiteit van Chicago lijkt toe. (Foto: NASA)

Ik was verbaasd te lezen hoe tijdens de Voyager-1 passage langs Jupiter de JPL afdeling verantwoordelijk voor fotografie iedereen zich een slag in de rondte werkte om de pers van foto's te voorzien. Ze konden het nauwelijks bij houden gedurende de twee weken van de flyby, terwijl ze 24 uur doorwerkten.

Aan het eind van het boek wordt het wat rommeliger. De alinea's volgen elkaar niet altijd logisch op. Ik denk dat het een goed idee was geweest als het boek een goed redacteur had gehad. Ook omdat de schrijfstijl van Gallantine af en toe wat te joviaal is.

Maar al met al heb ik het boek met veel plezier gelezen en ik kan het zeker aanraden, als je het leuk vind om te lezen hoe de onbemande ruimtevaart tot stand is gekomen. Er zijn weinig echt grote namen bij, maar zoals Carl Sagan ooit zei over de mission designer van het Voyager-project: "De naam van Charley Kohlhase zou net zo bekend moeten zijn als die van Michael Jordan!"