vrijdag 23 maart 2018

Gelezen: "Soviet and Russan Lunar Exploration" van Brian Harvey

Als je de verhalen leest over de race naar de maan tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie, dan zijn dat vooral de verhalen van de Amerikaanse kant. Dat is niet zo gek. Bijna alles aan de Sovjet zijde was geheim, tot aan de naam van de hoofdontwerper Sergej Koroljov. Na de val van de muur kwamen de verhalen los van ontwerpers en technici die altijd hun mond hadden moeten houden. Maar nog steeds kwamen voornamelijk de highlights over.

Het boek "Soviet and Russan Lunar Exploration" van Brian Harvey vertelt veel van die verhalen in detail. Het was zo interessant dat ik hem van kaft tot kaft gelezen heb. Het boek begint bij de eerste satellieten van de Sovjets naar de maan: de Loena 1 (het "eerste kosmische ruimteschip") die op de maan terecht had moeten komen, maar er langs vloog.

De cover van het boek.

En de Loena 2 (het "tweede kosmische ruimteschip") die de maan in september 1959 raakte. Het waren niet de Sovjets zelf die als eerste die prestatie aan de wereld konden vermelden. Dat deed Bernhard Lovell van het Jodrell Bank observatorium. De Sovjets hadden hem voorzien van baangegevens met de vraag of hij de satelliet wilde volgen. Met tegenzin gaf hij er een partijtje cricket voor op. Voor de zekerheid liet Loena 2 voor de inslag ook een lading natrium los, die vanaf observatoria op de grond gezien is. Dit om al te sceptische Amerikanen de mond te snoeren. (Die Amerikanen verstomden toen ze merkten dat de Sovjets tot vluchten naar de maan in staat waren, blijkt uit "Ambassadors from Earth" van Jay Gallentine. Ze wisten toen pas goed hoe ver ze achter lagen.)

Loena 3, of het Automatische Interplanetaire Station, zoals de ontwerpers hem zelf noemden, maakte de eerste foto's van de achterkant van de maan. Dat was nog een uitdaging. Hoe zorg je dat je camera op de maan gericht is als je er niet mee kunt communiceren? Maar het lukte. Als je je wel eens hebt afgevraagd waarom kraters op de achterkant van de maan genoemd zijn naar Russische plaatsen of namen, dan is dat omdat de Sovjets de eerste keuze hadden. De Amerikanen waren nog meer onder de indruk. Tot dan hadden ze gedacht dat de Sovjets alleen dom gewicht in de ruimte konden sturen. Ze waren zo onder de indruk zelfs, dat de CIA een model van Loena 3 in Mexico tijdelijk ontvoerden om het te onderzoeken.

Vervolgens bespreekt het boek de plannen voor een bemande maanlanding, waar al over nagedacht wordt na de eerste onbemande maanmissies. Drie hoofdontwerpers ontwikkelen in competitie met elkaar maar liefst drie maanraketten. En zoals we later zullen zien: dat is een probleem.

Na Luna 3 is het kommer en kwel. De maar liefst 9 maanmissies die er op volgen mislukken. Dat is bijna niet uit te leggen aan de Sovjet leiding. Sovjet leider Nikita Chroesjtsjov was erg enthousiast over het ruimtevaartprogramma, maar in oktober 1964 wordt hij opzij gezet. Koroljov wordt nu op het matje geroepen bij Brezjnev, die minder liefhebber is.

De overwerkte Sergej Koroljov doet deze maanmissies erbij. Dat doet hij overigens vanuit de passie voor verkenning van de ruimte, maar daarnaast houdt hij zich bezig met het ontwerpen van de raketten, het bemande ruimtevaartprogramma, het ontwerpen van bemande maanmissies, weersatellieten en communicatiesatellieten. Hij beseft dat hij deze onbemande missies naar de maan en planeten moet gaan delegeren en hij vraagt Georgi Babakin van het Lavochkin ontwerpbureau om ze voor zijn rekening te nemen.

Er vliegt nog een succesvolle missie van Koroljov naar de maan, de Zond 3, die hoge resolutie foto's van de achterkant van de maan maakt. Na de mislukte Loena 8 missie wordt Koroljov opnieuw naar Moskou ontboden, maar zover zal het nooit komen. Hij ondergaat in 1966 een operatie om een poliep te verwijderen, maar de arts ontdekt tijdens de operatie een tumor. In pogingen om deze te verwijderen komt Koroljov te overlijden. Vasili Mishin moet nu in de veel te grote schoenen van de hoofdontwerper stappen.

Koroljov zal net de eerst geslaagde onbemande landing op de maan van Loena 9 niet meer meemaken. Het is de eerste maanmissie van het Lavochkin ontwerpbureau en het is een succes. De lander stuurt voor het eerst foto's door van het oppervlak van een ander hemellichaam. Foto's die overigens worden ontvangen door het Jodrell Bank observatorium. Die weet het signaal om te zetten tot foto's en voor de Sovjets het weten gaan ze de hele wereld over. De Sovjets zijn furieus en besluiten vanaf dat moment op volgende missies hun beeldmateriaal te versleutelen.

Verrassend genoeg is tot op dit moment nog geen satelliet in een baan rond de maan gekomen. De Sovjet partijleiding voert in 1966 druk uit om ook dit succes te behalen. Maar de orbiter met camera is nog niet klaar, dus wordt snel een satelliet uit de Cosmos-serie voor dit doel ingezet. Het ding ziet er uit als een soort kruising tussen een boiler en een Dalek robot. Maar voor het doel is het prima. Loena 10 komt in een baan rond de maan, doet metingen aan straling, plasma en infraroodstraling.

Loena 11 en 12 zijn nu aan de beurt om het oppervlak van de maan in kaart te brengen. Pogingen de camera van Loena 11 te gebruiken mislukken. Veel materiaal van Loena 12 is niet gepubliceerd, wat doet vermoeden dat ook deze missie niet heel succesvol was.

We zijn dan inmiddels in 1968. En de vraag is wie als eerste een bemand ruimteschip in een baan rond de maan brengt. Verrassend is dat volgens dit boek de Sovjets deze prestatie voor de neus van de Amerikanen hadden kunnen wegkapen, als sommige zaken net iets anders waren gelopen. Ze hadden namelijk zowel een raket (de Proton) en een ruimteschip, de Zond. Zond zag er uit als een afgeknotte Sojoez met alleen een terugkeermodule en een propulsiemodule. Zond 5 maakte in september 1968 een geslaagde vlucht met aan boord schildpadden, vliegen, meelwormen en planten. De Sovjets besloten dat er nog een test nodig was, de Zond 6 die in november 1968 vloog.

Voor de buitenwereld leek deze test succesvol. Een bemande Zond kon nu gelanceerd worden, misschien net voor Apollo 8. Maar in werkelijkheid waren er allerlei problemen met het ruimteschip, zoals de druk die opeens weg viel, waardoor de dieren aan boord stierven. Bij landing werden de parachutes te vroeg geopend en de landing was dusdanig hard, dat de kosmonauten deze landing niet zouden hebben overleefd. De Sovjets konden nu alleen hopen op uitstel van Apollo 8. De voorloper van die missie, de onbemande Apollo 6, was tenslotte ook niet probleemloos. Zulke risico's zouden de Amerikanen toch niet nemen? Apollo 8 kwam echter in december 1968 in een baan rond de maan.

Na een succesvolle Zond 7 vlucht in januari 1969, hadden de Sovjets nog altijd een eigen bemande vlucht rond de maan kunnen maken, maar tegen die tijd besloot de Sovjet-leiding dat het de moeite niet meer was. Dan maar door voor de eerste bemande maanlanding.

Het uitvoeren van een koppeling werd door zowel Sovjets als Amerikanen gezien als een belangrijke stap naar een maanmissie. De Sovjets voerden deze test uit met de vlucht van Sojoez 4 en 5. In tegenstelling tot de Amerikanen, zou de bemanning met een ruimtewandeling vanaf het ene ruimteschip naar de andere gaan. Dat zou ook de manier worden om naar de maanlander te gaan. De test was succesvol, al heb ik al eens eerder verteld hoe het daarna met kosmonaut Boris Volynov verging.

De grootste horde voor een bemande maanlanding was toch wel een lancering van een maanraket. Zoals eerder vermeld hadden de Sovjets er drie: de N-1 van Koroljov, de UR-700 (opvolger van de Proton) en de R-56. Het probleem was dat de Sovjet Unie drie maanraketten niet kon betalen. Voordat de andere opties gecanceld werden, was er al te veel geld aan uitgegeven.

Om tijd te winnen en geld te besparen werd de N-1 nooit getest op de grond. En dat terwijl 30 motoren van de eerste trap gelijktijdig tot ontbranding moesten komen. Dat was een gevaarlijk ontwerp. Als een motor het begaf moest een andere motor aan de andere kant van het zwaartepunt van de raket uitgeschakeld worden, anders zou de raket van zijn koers afwijken. De N-1 had daarom een computersysteem dat KORD heette.


De eerste vlucht, op 3 februari 1969,  leek aanvankelijk goed op weg. Het KORD systeem schakelde na 5 seconden twee motoren uit, maar de vlucht kon doorgaan. Maar een gebroken zuurstofpijp zorgde voor brand bij de raketmotoren. Dit brak de kabels van het KORD systeem en tegen T+68 seconden zette KORD alle motoren stil. De raket viel terug van 27 km hoogte en zorgde 30 km verder voor een enorme explosie die voor kilometers in de omgeving ramen uit de sponningen deed blazen. Een aantal technici van Lavochkin die aan een Mars-vlucht werkte, werd 's avonds onthaald in een bevroren hotel, omdat ook daar de ramen weggeblazen waren.

Bij de tweede vlucht op 3 juli 1969 moest dat KORD systeem al snel in actie komen nadat de pomp van een motor in brand vloog. Het systeem sloot vrij kordaat 4 motoren. De problemen waren echter niet over. De breuk van een zuurstofpijp resulteerde na 10 seconden dat er uiteindelijk nog maar 1 motor bleef branden. En dat was duidelijk niet genoeg. De hele raket viel langzaam terug naar het lanceerplatform. De resulterende explosie vernietigde het lanceerplatform en deed opnieuw kilometers ver de ramen breken. Het was zelfs een van de zwaarste niet-nucleaire explosies ooit. Een technicus vergeleek het lanceerplatform met Stalingrad. Alles wat er nog aan ontbrak, waren Duitse Stuka bommenwerpers. Een geluk was dat een tweede N-1 platform nauwelijks beschadigd werd. Dezelfde maand landden Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de maan. De Space Race was afgelopen.

Het boek vertelt dat er iets opmerkelijks gebeurde met het bemande Sovjet maanprogramma. Niemand besloot het officieel te beëindigen. Het was alsof niemand daar aan gedacht had. Er volgden nog drie N-1 lanceringen. Geen ervan was 100% succesvol. Pas in 1976 werd de stekker uit het project getrokken.

De Sovjets hadden echter in 1969 nog een troef in handen: een onbemande sample return missie. Kort voor Apollo 11 werd Loena 15 gelanceerd. Dit was een nieuw type lander, die monsters van de maan terug naar aarde kon brengen. Volgens het schema zou Apollo 11 nog steeds eerder terug zijn op aarde, maar de Sovjets zouden op zijn minst kunnen zeggen dat zij hun monsters verkregen hadden zonder mensenlevens in risico te brengen. Zover kwam het echter niet. De lander kwam niet in de juiste baan, radar gegevens klopten niet en de lander sloeg in op het oppervlak.

Op 12 september 1970 werd echter een nieuwe poging gedaan met Loena 16. Die poging ontging de westerse wereld echter bijna geheel. Die waren aan de beeldbuis en radio gekluisterd vanwege de kaping van vier vliegtuigen door Palestijnse strijders. Vijf dagen later landde Loena 16 zonder problemen en begon later te boren in het maanoppervlak. Het schepte het vergruisde monster op en een robotarm bracht het in een kleine capsule. Op 21 september steeg de capsule op een kleine raket op de lander op, om meer dan een etmaal later aan parachutes neer te komen in Kazachstan. De Sovjets hadden hun eigen maanmonsters. Het was maar een onsje en het stond niet in verhouding tot de kilo's die door Apollo astronauten mee terug werden genomen, maar ze stonden in ieder geval niet met lege handen.

Op 17 november 1970 zouden de Sovjets ook een antwoord hebben op de maanrover die de Amerikanen later met Apollo 15 zouden lanceren. Toen landde namelijk hun eigen "tank op de maan", Loenochod-1. Deze robot-rover reed meerdere kilometers over het oppervlak. Hij werd daarbij bestuurd vanaf aarde. De vertraging van het signaal maakte dat een hele toer. De Sovjet pers vertelde echter enthousiast over hoe ver Loenochod nu weer gekomen was. Wetenschap, zo weten we nu, stond daarbij in de schaduw. Het succes van Loenochod-1 werd vooral gemeten in kilometers. De rover werd gevolgd door Loenochod-2 in 1973. Deze rover reed 39 km, een record voor de grootst afgelegde afstand op een ander hemellichaam wat bleef staan tot de Mars-rover Opportunity het in 2014 verbrak.

Er werden nog meerdere pogingen gedaan om monsters van de maan naar aarde te halen. Loena 20 slaagde daarin, maar de terugkeercapsule landde precies op een eiland in een half bevroren rivier en oppikken ervan was aanvankelijk erg lastig. Loena 23 werd beschadigd bij de landing en liet nog wel van zich horen, maar de monstername unit was beschadigd. Loena 24 landde in 1976 vlakbij, nam monsters en bracht ze terug naar aarde. Het was de laatste maanmissie van de Sovjets.

Het Sovjet maanprogramma ging daarna uit als een nachtkaars. Een derde Loenochod kwam terecht in het museum. Wetenschappers en technici werden op Venus- en Mars-programma's ingezet. Er waren nog wel ideeën om de draad weer op te pakken, maar het budget was er niet. Inmiddels, tien jaar na het verschijnen van "Soviet and Russian Lunar Exploration" is Rusland opnieuw van plan een Loena te lanceren, in samenwerking met de ESA. Loena 25 staat gepland om in 2019 naar de zuidpool van de maan te vliegen. We zullen zien of Rusland na meer dan 40 jaar opnieuw (onbemand) voet aan de grond zal weten te zetten.


In ruimtevaartliteratuur zien we de veel grotere culturele invloed van de Amerikanen. En dat doet ons soms vergeten hoe succesvol de maanmissies van de Sovjets eigenlijk waren. Maar "Soviet and Russian Lunar Exploration" helpt ons deze lacunes in de geschiedenis van de verkenning van de maan te vullen. Het lijkt aanvankelijk een nogal technisch ruimtevaartboek, maar het zit vol met verhalen die ik nog nergens anders gelezen had. Als je een beetje tussen de tabellen met gegevens en dergelijke door leest, zul je een hoop interessants tegen komen. Ik heb het met veel plezier gelezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten